Hefbomen voor kernversterking

De nood aan nieuwe woongelegenheden of ruimte voor ondernemen is groot. Moeten we nieuwe gronden aansnijden of gaan we liever inbreiden? Welk potentieel is er nog? En als we nog gronden aansnijden, welke locaties dienen zich aan? In tijden van schaarste willen gemeenten hun financiële middelen verhogen via de verkoop van hun (leegstaand) patrimonium en gronden. Kan zo’n eenmalige transactie gestuurd worden in een duurzame richting en (meer) maatschappelijke baten opleveren? Hoe kan een bestuur bijvoorbeeld haar klimaatdoelstelling bereiken als een derde partij investeert op haar grondgebied? Het autogebruik en de CO2-uitstoot moet dalen op korte termijn. Hoe trekken we die ommekeer of transitie in Vlaams-Brabant op gang? Biedt de strategie van bereikbaarheid en ontsluiting soelaas? Hoe kunnen we vervoersmodi doen evolueren zodat Stappers-Trappers-Openbaar vervoer voorrang krijgen op de Auto (STOP). 

In de geest van voorgaande, eerder retorische, vragen … liggen drie invalshoeken op tafel die we met de geïnteresseerde gemeenten en externe experts willen aanpakken.
Die invalshoeken vloeien voort uit de uitdagingen zoals ze verwoord zijn in de focusnota "Visie op Ruimte Vlaams-Brabant" (2013) van de provincie. Ze zijn ook gebaseerd op een doorloop van de gemeentelijke meerjarenplannen en gesprekken met bevoorrechte experts.

HEFBOOM 1: RUIMTELIJKE BELEID STEMT KERNONTWIKKELING AF OP NABIJHEIDSLOGICA 
Met welke instrumenten kom je tot een goed locatiebeleid en hoe zet je ze in?
Ligt de reserve van woongebieden op de meest gunstige locatie? Gaan we niet liever het areaal van open ruimte, natuur of landbouwgebied behouden en zoeken naar meer geschikte plekken voor ontwikkeling of verdichting die goed ontsloten zijn door regionaal openbaar vervoer? Kan dan de gewestplanbestemming van gronden zomaar gewijzigd worden? Welke instrumenten zijn voor handen? Wat kunnen we leren over grondenruil, compensatie van lasten en baten, over de praktijk van een locatiebeleid en hoe we dit het best uitvoeren?
Meer info 

HEFBOOM 2: UITVOEREND RUIMTELIJK BELEID STEMT AF OP AANTREKKELIJKE KERNEN 
Hoe kunnen we levendige kernen en wijken aansturen en de ambities in een duurzame praktijk omzetten?
Hoe kunnen we bouwdossiers en projectontwikkeling duurzaam aansturen zonder ze af te remmen? Hoe verkleinen we de ecologische voetafdruk? Hoe kan klimaatvriendelijke stedenbouw concreet worden in een samenspel met diverse partijen (PPS of andere constructies). Wat leren we uit voorbeelden die coproductie en CO2-neutraliteit met elkaar kunnen verzoenen? Welke criteria kunnen opgenomen worden in een bestek voor gronduitgifte, welke minimum ambities legt men vast in een verkoopsovereenkomst? Welke randvoorwaarden of voorschriften voor duurzaamheid kunnen de bouw- en renovatiedossiers, of vernieuwingsprojecten aansturen via een verordening of vergunning ....
Meer info 

HEFBOOM 3: POTENTIEEL IN COLLECTIEVE, HERNIEUWBARE ENERGIE AANBOREN
Identificeren en koppelen van energie- en warmtebronnen aan kernen en verdicht wonen
Hoe kunnen wijken zich in lokale energie voorzien? Na een operatie van energie-efficiëntie op gebouwniveau, de eerste trap in de trias ecologica, zijn er restbronnen die in bestaande en nieuwe wijken collectief kunnen benut worden? Biedt een buurt of wijk, de kern in haar geheel door haar volume en dichtheid voldoende kritische massa voor de productie en distributie van collectieve warmte en energie op basis van hernieuwbare bronnen (reststromen, zon, wind, …)? Is er een draagvlak om coöperatief het energievraagstuk aan te pakken?
Meer info